zaterdag 30 januari 2010

Praktijkdeel

In ‘Madagascar’ hebben de makers ervoor gezorgd dat de dieren menselijke trekjes hebben.
De dieren in deze film kunnen namelijk praten.
Ook hebben ze ervoor gezorgd dat de dieren emoties uitbeelden.
Alex de leeuw kan net zoals mensen lopen.
Melman de giraf ondergaat een mri scan.

Onze lessenserie bestaat uit 2 delen.
- Drama
- Muziek en dans

vrijdag 29 januari 2010

Les 1, theoriedeel

Hieronder is de link naar de theorieles te vinden.
De powerpoint konden we helaas niet uploaden. Dit hebben we dus op een andere manier opgelost.

http://www.scribd.com/doc/26713285/Madagascar-theorieles

donderdag 28 januari 2010

Uitleg Kijkwijzer

Uitleg
In deze les gaat u met de kinderen de film bekijken. U kunt af en toe de film op pauze zetten en vragen stellen over de gezichtsuitdrukking of camera stand. Daarna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag met het werkblad :’kijkwijzer’.

Voorbereiding
U heeft voor deze les nodig een dvd speler of een smartboard. De kinderen hoeft u geen informatie te geven. Wel kunt u vertellen dat ze op meer aspecten moeten letten dan alleen het plezier van de film.

Organisatie
Deze les is een klassikale les.

Lesopbouw

Inleiding
U gaat de film kijken met de kinderen. Op sommige stukjes of fragmenten kunt u de film op pauze zetten en vragen stellen aan de klas. Dit kan zijn over personages, gezichtsuitdrukkingen en ga zo maar door.

Kern
Na het kijken van de film gaan de kinderen zelfstandig aan de slag met het werkblad. U kunt er ook voor kiezen om het in tweetallen te laten maken.

Slot
U sluit de les af door het werkblad met de kinderen na te kijken.

Voorkennis
De kinderen hebben geen voorkennis nodig.

Leerdoel
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen vanuit een ander oogpunt een film bekijken.
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen aan de hand van plaatjes beeldende vragen beantwoorden.



Tijdsindicatie activiteiten
2 uur voor de film uit trekken, kan evt. gesplitst worden.
Voor het werkblad 30 min.

Materialen
- de film
- het werkblad

woensdag 27 januari 2010

Les 2, kijkwijzer Madagascar













1. Waar bevindt Alex zich op deze afbeelding en wat is het effect hiervan? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

2. Waar komt het licht vandaan en wat is het effect hiervan? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

3. Waaraan kun je zien dat Alex geniet van de aandacht? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................













4. Noem 3 aspecten waardoor de dieren menselijker lijken. ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................













5. Wat voor sfeer stralen de dieren hier uit? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................













6. De dieren bevinden zich hier in de dierentuin. Waar is deze dierentuin? En waaraan kun je dat zien? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................














7. Waar bevind de camera zich hier? Wat voor effect heeft dit? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................


8. Lijken de dieren hier sterk of kwetsbaar? Waaraan kun je dat zien? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................













9. Het is donker op het strand, wat zou de lichtbron hier kunnen zijn? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................













10. Welke rol neemt Gloria hier aan? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

11. Wat vinden de anderen hiervan? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................
















12. De dieren hebben hier hele grote ogen, waardoor zou dit kunnen komen? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

13. Waarvoor zou de struik kunnen dienen? Zou dit in werkelijkheid ook kunnen? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................














14. Je ziet geen zon hier, maar je kunt wel zien waar deze vandaan komt? Waaraan kun je dit zien? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

15. Het hoofd van Melman is even groot als de andere 3 dieren, hoe komt dit? ............................................................................... ............................................................................... ...............................................................................

dinsdag 26 januari 2010

Les 3, drama

Drama

Uitleg:
In deze les gaat het erom dat de kinderen zich gaan bewegen als de dieren in de film. Daarbij is het ook belangrijk dat zij zich moeten bewegen als hoe het 'normale' dier zich in de dierentuin of in het wild voortbeweegt.
Voordat ze deze opdracht uit kunnen voeren is het belangrijk dat zij over deze dieren genoeg informatie hebben opgezocht.
Vanuit de gezochte informatie gaan de kinderen een klein toneelstukje opvoeren.
Dit doen zij in groepjes van 4 personen.
Er is een groep:
- Dierentuin --> de realiteit
- Madagascar --> de film
- in het wild --> de realiteit

Het is vooral belangrijk om dan niet te praten (als je madagascar niet hebt) en duidelijk te laten zien hoe de dieren in het echt met elkaar omgaan. Of zullen het echt vriendjes zijn?

Voorbereiding:
Het is belangrijk dat de leerlingen vrij kunnen bewegen tijdens deze les. Daarom is het handig als de les wordt gegeven in de gymzaal of eventueel in de klas met de tafels aan de kant.

Organisatie:
De klas krijgt klassikaal een uitleg. Vervolgens worden de kinderen in groepjes verdeelt. Per groep is er dan een blad waar precies op staat wat de opdracht is die ze hebben. Zij gaan aan de slag met de oefening. Ze laten de geoefende stukjes aan de klas zien en krijgen daarvan feedback van de andere groepjes.
In deze feedback worden verbeterpunten gegeven, tips en tops.

Lesopbouw

Inleiding
De leerkracht legt de opdracht uit aan de kinderen. Ook vertelt de leerkracht wat het verschil is met het bewegen in de dierentuin en het bewegen in de film. De kinderen mogen niet zelf de groepjes kiezen. Deze zijn al ingedeeld. De bedoeling hierachter is dat de kinderen uit de klas met elkaar leren samen te werken. Het voorbeeld vanuit de film kan hiervoor gebruikt worden. Daar zijn ze namelijk allemaal vriendjes met elkaar.
Als de kinderen zijn ingedeeld gaan zij naar het groepje waar zij heen moeten.

Kern
In het groepje aangekomen ligt er een blaadje voor de kinderen maar de opdracht die zij moeten doen.
Dit kan dus 'Madagascar', dierentuin of wildernis zijn. Aan de hand van deze plaats gaan kinderen aan de slag.
Zij kunnen hiervoor gebruik maken van de stukjes uit de film, boeken uit de werkelijkheid en plaatjes uit de dierentuin.
Daarbij is het belangrijk dat zij vooral hun eigen fantasie naar voren laten komen.
Na ongeveer 20 minuten laten de kinderen in de klas zien wat zij hebben gedaan.
De klas geeft hier feedback op.

Slot
Na afloop van de gespeelde stukjes mogen de kinderen vertellen wat zij van deze les vinden. Hoe vonden zij de opdracht die zij gekregen hebben. Welke trok hen het meest aan en welke trok hen het minst aan.
Hebben zij misschien nog tips voor de leerkracht om het de volgende keer anders te doen?

Voorkennis
Alle kinderen zijn wel eens in de dierentuin geweest. Daarbij hebben we met de hele klas de film gekeken en daaruit hebben zij ook een voorbeeld.

Leerdoel
- De kinderen weten aan het einde van de les wat de verschillen zijn met dieren in de werkelijkheid en dieren in de film.
- Ze weten waarom de dieren in de film anders bewegen dan in het echt.

Tijdsindicatie activiteiten:

- Inleiding 10 minuten
- Kern 20 รก 25 minuten
- Slot 10 minuten

Materialen:
Inprincipe zijn er voor deze les geen materialen.
De kinderen mogen hun eigen fantasie gebruiken.
Er ligt wel het volgende klaar:
- Schmink
- Papier
- Potlood
- Stiften
- Fotocamera om per groep een foto te maken.

maandag 25 januari 2010

Les 4, muziek en dans

Muziek en dans

Uitleg
Bij deze les gaan we aan de slag met het liedje uit de film 'Madagascar.'
Het is de bedoeling dat de leerkracht het dansje aan leert. Wanneer kinderen het dansje kennen worden zij in groepen ingedeeld.
Het groepje bestaat uit 4 kinderen (want er zijn maar 4 dieren)
Elk kind krijgt een masker.
Dit kan het masker zijn van: Alex, Gloria, Melman of Marty.
Het is de bedoeling dat de kinderen in groepjes van 4 het dansje zelfstandig gaan oefenen. Ze moeten hierbij letten op de verschillende bewegingen van de dieren uit de film. Alex beweegt zich anders dan Marty.
Aan het einde laten alle groepjes de ingstudeerde stukjes aan elkaar zien.

Voorbereiding
Het is belangrijk dat de kinderen zich vrij kunnen bewegen. Daarom is het handig om dit in de gymzaal te doen of in de klas en dan de tafels en stoelen aan de kant zetten.

Organisatie
De activiteit wordt uitgelegd en een stukje uitgevoerd. De kinderen doen klassikaal de dans uit de film. De dans die de kinderen gaan uitvoeren hoeft maar een halve minuut te duren anders wordt het te ingewikkeld. Wel belangrijk dat de kinderen de tijd krijgen om het stuk goed voor te bereiden. Wanneer de leerkracht merkt dat ze het dansje snel onder de knie hebben kan de tijd altijd worden aangepast.
Hierna gaan de kinderen in groepjes aan de slag.

Lesopbouw

Inleiding
In de inleiding krijgen de kinderen het filmpje van het dansje van 'I like to move it' te zien. Nadat ze hem hebben bekeken wordt het dansje klassikaal aangeleerd.

Kern
De klas wordt in groepjes van 4 kinderen ingedeeld. De maskers van de 4 karakters uit de film worden meegegeven aan het groepje. De leerkracht kan er zelf voor kiezen of de maskers worden verdeeld in de klas maar dit kan ook onderling gebeuren. Dit ligt aan de kinderen.
De kinderen gaan nu in groepjes de dans oefenen. De leerkracht loopt rond om tips te geven of om vragen te beantwoorden.

Slot
De kinderen komen zonder masker terug in de klas. Dit is om te kijken of de kinderen door hebben wie welk dier uit de film heeft gekozen. Hier hebben zij de tijd om het dansje aan de andere kinderen te laten zien.
Elk dansje wordt besproken. De kinderen moeten raden wie welk dier na danst.

Voorkennis
De kinderen weten hoe de dieren in het liedje bewegen.

Leerdoel
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen het dansje 'I like to move it.'
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen aanwijzen wie welk dier uit de film is.

Tijdsindicatie activiteiten
Inleiding: 10 minuten
Kern: 30 minuten
Afsluiting: 15 minuten

Materialen
- Maskers
- Fotocamera
- Muziek
- Smartboard/digibord

Dit is de link naar het filmpje op youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=0x3W6hutEj8

zondag 24 januari 2010

Les 5, Project

Project

Uitleg
Bij deze les is het de bedoeling dat de leerlingen in twee tallen aan de slag gaan. Ze kiezen een van de personages uit de film, deze gaan ze uitdiepen. Ze gaan kijken hoe de personage zich beweegt en wat de karaktertrekken zijn. Als de kinderen dit hebben gedaan gaan ze kijken hoe de dieren in het echt leven. Dit ter vergelijking.
Ze kunnen dit afronden door een verslag of een muurkrant. U kunt er dan zelf nog voor kiezen om een presentatie te laten geven.

Voorbereiding
Om het onderzoek te doen heeft u alleen beschikking tot de computers nodig en toegang tot de bibliotheek. Hier kunnen de kinderen zelf aan de slag op de computer en in de boeken.

Organisatie
De opdracht kan klassikaal uitgelegd worden, daarna kunnen de kinderen zelf aan de slag. U kunt er ook voor kiezen dat de kinderen met dit project aan de slag gaan, wanneer ze al het andere werk af hebben.

Lesopbouw

Inleiding
Het vertellen van de opdracht. Dat de kinderen een personage uit de film gaan uitdiepen in tweetallen.

Kern
Hierbij gaan de kinderen zelf aan de slag met het onderzoek. Voor tips kunnen ze terecht bij de leerkracht.

Slot
U kunt dit project op meerdere manieren afsluiten. Door een presentatie te laten geven. U kunt ook een kijk middag houden voor ouders, zo kunnen de ouders zien waar de kinderen mee bezig zijn geweest.

Voorkennis
De kinderen kennen de personages uit de film.

Leerdoel
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen een verschil beschrijven tussen een personage uit de film en het dier in het echt.
- Aan het eind van de les kunnen de kinderen gericht informatie opzoeken en dit verwerken in een verslag of muurkrant.

Tijdsindicatie activiteiten
Voor dit project heeft u ruim de tijd voor nodig. U kunt er ook voor kiezen om het te spreiden over meerdere dagen.