dinsdag 26 januari 2010

Les 3, drama

Drama

Uitleg:
In deze les gaat het erom dat de kinderen zich gaan bewegen als de dieren in de film. Daarbij is het ook belangrijk dat zij zich moeten bewegen als hoe het 'normale' dier zich in de dierentuin of in het wild voortbeweegt.
Voordat ze deze opdracht uit kunnen voeren is het belangrijk dat zij over deze dieren genoeg informatie hebben opgezocht.
Vanuit de gezochte informatie gaan de kinderen een klein toneelstukje opvoeren.
Dit doen zij in groepjes van 4 personen.
Er is een groep:
- Dierentuin --> de realiteit
- Madagascar --> de film
- in het wild --> de realiteit

Het is vooral belangrijk om dan niet te praten (als je madagascar niet hebt) en duidelijk te laten zien hoe de dieren in het echt met elkaar omgaan. Of zullen het echt vriendjes zijn?

Voorbereiding:
Het is belangrijk dat de leerlingen vrij kunnen bewegen tijdens deze les. Daarom is het handig als de les wordt gegeven in de gymzaal of eventueel in de klas met de tafels aan de kant.

Organisatie:
De klas krijgt klassikaal een uitleg. Vervolgens worden de kinderen in groepjes verdeelt. Per groep is er dan een blad waar precies op staat wat de opdracht is die ze hebben. Zij gaan aan de slag met de oefening. Ze laten de geoefende stukjes aan de klas zien en krijgen daarvan feedback van de andere groepjes.
In deze feedback worden verbeterpunten gegeven, tips en tops.

Lesopbouw

Inleiding
De leerkracht legt de opdracht uit aan de kinderen. Ook vertelt de leerkracht wat het verschil is met het bewegen in de dierentuin en het bewegen in de film. De kinderen mogen niet zelf de groepjes kiezen. Deze zijn al ingedeeld. De bedoeling hierachter is dat de kinderen uit de klas met elkaar leren samen te werken. Het voorbeeld vanuit de film kan hiervoor gebruikt worden. Daar zijn ze namelijk allemaal vriendjes met elkaar.
Als de kinderen zijn ingedeeld gaan zij naar het groepje waar zij heen moeten.

Kern
In het groepje aangekomen ligt er een blaadje voor de kinderen maar de opdracht die zij moeten doen.
Dit kan dus 'Madagascar', dierentuin of wildernis zijn. Aan de hand van deze plaats gaan kinderen aan de slag.
Zij kunnen hiervoor gebruik maken van de stukjes uit de film, boeken uit de werkelijkheid en plaatjes uit de dierentuin.
Daarbij is het belangrijk dat zij vooral hun eigen fantasie naar voren laten komen.
Na ongeveer 20 minuten laten de kinderen in de klas zien wat zij hebben gedaan.
De klas geeft hier feedback op.

Slot
Na afloop van de gespeelde stukjes mogen de kinderen vertellen wat zij van deze les vinden. Hoe vonden zij de opdracht die zij gekregen hebben. Welke trok hen het meest aan en welke trok hen het minst aan.
Hebben zij misschien nog tips voor de leerkracht om het de volgende keer anders te doen?

Voorkennis
Alle kinderen zijn wel eens in de dierentuin geweest. Daarbij hebben we met de hele klas de film gekeken en daaruit hebben zij ook een voorbeeld.

Leerdoel
- De kinderen weten aan het einde van de les wat de verschillen zijn met dieren in de werkelijkheid en dieren in de film.
- Ze weten waarom de dieren in de film anders bewegen dan in het echt.

Tijdsindicatie activiteiten:

- Inleiding 10 minuten
- Kern 20 á 25 minuten
- Slot 10 minuten

Materialen:
Inprincipe zijn er voor deze les geen materialen.
De kinderen mogen hun eigen fantasie gebruiken.
Er ligt wel het volgende klaar:
- Schmink
- Papier
- Potlood
- Stiften
- Fotocamera om per groep een foto te maken.

2 opmerkingen:

  1. Hele toneelstukken? Ik zou me beperken tot oefeningen. Doe ook iets met maskers bijvoorbeeld. Wat zijn reacties van de groepsgenoten hierop?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Geen reacties.. goed, ik zou me beperken tot het uitbeelden van verschillende dieren. Hoe laat je dat zien met je lichaam zonder geluid te maken? Je kunt er maskers bij maken tijdens BV om hen zich meer in te kunnen laten leven.

    BeantwoordenVerwijderen